Huizenprijzen in een jaar tijd met ruim 16 procent gestegen
De prijs van een gemiddelde koopwoning lag afgelopen juli 16,3 procent hoger dan in juli 2020. Dat is de grootste prijsstijging sinds oktober 2000, toen de huizenprijzen ook met 16,3 procent stegen.

Dat blijkt uit gegevens van het CBS en het Kadaster. De huizenprijzen zijn sinds de zomer van 2013 aan het stijgen. De prijsstijging zwakte in 2019 wat af, maar trok in 2020 weer aan. De huizenprijzen liggen nu op het hoogste niveau ooit, ruim 74 procent hoger dan tijdens het dal in juni 2013.
Minder woningtransacties
In totaal werden in juli van dit jaar 19.043 woningtransacties geregistreerd. Dat is bijna 16 procent minder dan in juli 2020. Als je echter kijkt naar het hele jaar, dan werden er in de eerste zeven maanden van 2021 ruim zeven procent meer meer woningen verkocht (namelijk 138.457 woningen) dan in dezelfde periode in 2020.
Weinig woningen voor modale inkomens
Door de hoge huizenprijzen wordt het voor veel mensen steeds lastiger om een huis te kopen. Vorige week deelden wij al dat slechts 3 procent van het totale woningaanbod beschikbaar is voor een alleenstaande met een modaal inkomen.