De plannen van de verschillende politieke partijen om de krapte op de woningmarkt aan te pakken zouden onder de streep slechts vier- tot zesduizend extra nieuwe woningen per jaar opleveren.
Dat stelt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in een rapport. Het instituut bekeek de verkiezingsprogramma's van acht politieke partijen (VVD, CDA, D66, GroenLinks, PvdA, SP, SGP en Partij voor de Dieren) en concludeerde dat de financiële maatregelen rond de verhuurdersheffing en overige woningbouwimpulsen over de gehele kabinetsperiode 20 tot 30 duizend extra woningen kunnen opleveren. Dat komt neer op vier- tot zesduizend extra woningen per jaar.
Meer bouwlocaties nodig
Volgens het EIB is de woningbouw niet alleen afhankelijk van geld, maar ook van bouwlocaties. De aandacht voor het ruimtelijk beleid in de verkiezingsprogramma's is volgens het EIB niet groot. Er zouden meer mogelijkheden moeten komen om in groene omgevingen te bouwen, vindt het instituut.
Weinig aandacht voor koopsector
De meeste politieke partijen zetten in op de huursector om de betaalbaarheid van wonen te verbeteren. Er is minder aandacht voor de koopsector. Vooral jonge alleenstaanden kunnen door de strenge leenregels moeilijk aan een financiering voor een woning komen. Hierom pleit het EIB voor het differentïeren van de leenregels en de inzet van
Startersleningen.
Alle standpunten op een rij
Weet je nog niet op wie je gaat stemmen? We hebben alle standenpunten over de huizenmarkt van de zeven grootste partijen voor je op een rijtje gezet.
Verkiezingen 2021: standpunten woningmark
arrow_forward