22 procent van de woningen wordt binnen 5 jaar doorverkocht
Uit nieuwe cijfers van Calcasa is te zien dat zo’n 22 procent van woningeigenaren nog geen 5 jaar in hun huis woont. In 2016 werd maar 14 procent van de woningen binnen 5 jaar doorverkocht. Het is opvallend dat vooral appartementen een hogere doorloopsnelheid hebben ten opzichte van eengezinswoningen.
In Flevoland en Limburg lopen de cijfers wel iets verder uiteen. Waar in Limburg 45 procent van de woningen pas na meer dan 20 jaar verkocht wordt, worden 52 procent van de woningen in Flevoland binnen 10 jaar verkocht. Ook tussen de steden zitten er grote verschillen. In Amsterdam en Utrecht is er meer doorstroom dan in Rotterdam en Den Haag.
Appartementen vs. eengezinswoningen
Toch zien we dat er per woningtype een ander doorstroomgedrag is. 28 procent van de appartementen wordt binnen 5 jaar weer verkocht, terwijl dit voor maar 19 procent van de eengezinswoningen geldt. Appartementen worden vaker gekocht met het idee dat ze in waarde stijgen en de doorstroom naar een grotere woning te faciliteren. Ruim 40 procent van de eengezinswoningen wordt ook meer dan 20 jaar bewoond.
Uitponden en vergrijzing
Er lijken twee voornaamste redenen voor het doorstroomgedrag: uitponden en de vergrijzing. Uitponden is wanneer beleggers hun huurwoningen verkopen, omdat verhuren minder oplevert dan verkopen. Momenteel komen er meer huurwoningen ter verkoop op de markt en spreken we van een uitpondgolf. Dit kan voor een deel verklaren waarom appartementen zo snel van eigenaar wisselen. Dit zou ook een verklaring zijn voor waarom de omloopsnelheid in de steden erg hoog is.
Daarnaast komen er door de vergrijzing minder eengezinswoningen vrij. Ouderen hebben op jonge leeftijd meer woningen gekocht waar ze tevreden over zijn. Die blijven het meest zitten. Hierdoor komt de woningmarkt honkvast te zitten. Met meer geschikte woningen voor 55+'ers en starters zou het de doorstroom kunnen bevorderen onder eengezinswoningen.
