DNB: Huizenprijzen blijven voorlopig hoog
De Nederlandsche Bank (DNB) verwacht de komende jaren geen kentering in de huizenprijzen. Vooral de aanhoudende krapte en de stijgende lonen houden de prijzen voorlopig nog wel hoog, meent de centrale bank. Wel zal de groei de komende tijd iets afvlakken.

Voor 2025 verwacht DNB een stijging van 7 procent. Door de iets gestegen rente valt de groei daarmee lager uit dan de afgelopen jaren. Ook na dit jaar nemen de prijzen met beperkte mate toe. DNB voorziet voor 2026 en 2027 een groei van rond de 4 procent. Omdat de lonen ook toenemen blijft de betaalbaarheid van huizen daarmee stabiel.
Dat betekent niet dat de woningmarkt toegankelijker wordt. Vooral voor starters kan het volgens DNB uitdagend zijn om een eerste woning te kopen. Naar verwachting kost een gemiddelde woning volgend jaar circa € 544.000. Om dit huis volledig met een hypotheek te financieren is een gezinsinkomen van € 110.000 nodig. Starters wenden zich daarom vaker tot hun eigen spaargeld of leningen en schenkingen van naasten om een woning te kunnen kopen.
De leenruimte, het percentage van het inkomen dat je maximaal mag lenen voor een hypotheek, verruimen is volgens DNB geen oplossing. Dit zal de prijzen enkel verder verhogen, waardoor het voordeel voor de kopers verdwijnt. Meer woningen bijbouwen en het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek kunnen wel oplossingen zijn voor de woningproblematie.