Steeds meer huurwoningen worden verkocht
Beleggers en woningcorporaties blijven hun huurwoningen verkopen. Dit fenomeen, uitponden, is een kans voor starters om goedkoper in te treden op de woningmarkt. Toch zorgt dit ervoor dat er minder huurwoningen beschikbaar zijn. Ook buiten de Randstad worden steeds meer huurwoningen verkocht. Volgens het Kadaster zijn van juli tot en met september 15.800 huurwoningen verkocht. Dat is 37 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Sinds 2023 is dit een stijgende trend en het lijkt erop dat dit de komende tijd doorzet.
Zowel in als buiten de grote steden
De regels van de Wet betaalbare huur zijn strenger geworden, waardoor het moeilijk is voor beleggers om geld te verdienen met het verhuren. Veel investeerders verkopen daardoor hun huurwoningen. Eerst was dit voornamelijk te zien in de grote steden, maar nu gebeurt het ook steeds vaker buiten de Randstad.
Huurwoningen zijn goedkoper in aanschaf
Investeerders verkopen hun woningen vaak voor minder geld dan een doorstromer. Voor een vergelijkbare woning betaal je € 384.000 aan een belegger in vergelijking met € 511.000 aan een bewoner. Doordat uitgeponde woningen bijna € 130.000 goedkoper zijn, kunnen meer mensen toch kopen. De keerzijde is dat er steeds minder huurwoningen beschikbaar zijn. Het aantal studentenkamers bijvoorbeeld neemt alleen maar af.
Tussen juli en oktober kochten investeerders ongeveer 6.000 woningen. Dat is 40 procent meer in vergelijking met een jaar eerder. Toch compenseert dit het uitponden niet. Investeerders kopen vooral van elkaar. Hierdoor krimpt de voorraad huurwoningen met 7 procent per jaar.
Verhouding koop en huur
Welk effect het uitponden echt gaat hebben op de woningmarkt is nog niet duidelijk. Het is fijn dat starters goedkopere woningen kunnen kopen, maar het is ook belangrijk dat er huurwoningen beschikbaar zijn. De optimale verhouding tussen koop- en huurwoningen is nog onbekend.