Wat doet de hypotheekrente volgens ABN AMRO?
Renteverwachtingen van expert Philip Bokeloh
Philip Bokeloh is econoom bij het Economisch Bureau van ABN AMRO, waar hij sinds 2004 werkzaam is. Hij is daar onder meer verantwoordelijk voor de analyse van de Nederlandse huizenmarkt en de ontwikkelingen op de financiële markten.
Onze experts geven hun verwachtingen voor de komende periode. Bekijk in één oogopslag de verwachting voor de hypotheekrentes ook op de Rentebarometer.
Verwachting voor de hypotheekrente
- Korte rente: binnenkort verder omlaag
- Lange rente: geleidelijke daling
De ECB verlaagde begin juni haar officiële rentetarieven. Het zogenaamde depositotarief stelde zij met 25 basispunten naar beneden bij naar 3,75 procent. Het was de eerste renteaanpassing sinds oktober 2023, toen het depositotarief met 4 procent het hoogste niveau bereikte sinds de introductie van de euro. Het depositotarief heeft veel invloed op de rentes op financiële markten, die op hun beurt weer bepalend zijn voor de rentes op hypotheken.
Wij denken dat er nog meer renteverlagingen zullen volgen. De depositorente ligt namelijk ruim boven de neutrale rente, het renteniveau waarbij het monetair beleid van de ECB een remmende noch een stimulerende invloed heeft op de economische groei. De neutrale rente is een fictieve maatstaf die niet exact is vast te stellen. Schattingen op financiële markten lopen uiteen van 1,5 procent tot 2 procent.
Het grote verschil tussen de depositorente en de neutrale rente geeft aan dat de ECB de economie momenteel behoorlijk sterk afremt. Eerder was dat nodig, omdat de inflatie hoog was. Inmiddels is de gemiddelde prijsstijging van consumentengoederen en -diensten echter dusdanig gedaald, dat de ECB de rempedaal geleidelijk weer kan loslaten.
Volgens ons zal de depositorente eind dit jaar op 3 procent staan en eind volgend jaar op 1,5 procent. In lijn hiermee zal ook de variabele hypotheekrente omlaag gaan, evenals de rente op hypotheekleningen met een korte rentevast periode.
De inflatie is duidelijk naar beneden gekomen sinds de energieprijsschok die volgde op de Russische inval van Oekraïne. In oktober 2022 piekte de inflatie nog op 10,6 procent jaar-op-jaar. Afgelopen juni stond de inflatie op slechts 2,5 procent. Een flinke verbetering dus. Toch staat de inflatie nog altijd boven het 2 procent-streefniveau van de ECB. Vandaar dat de ECB nog altijd terughoudend is met forse renteaanpassingen.
Het laatste beetje overtollige inflatie na een energieprijsschok is doorgaans lastig te bestrijden. Werknemers willen dat het eerdere verlies aan koopkracht wordt gerepareerd en stellen hogere looneisen. Bij een krappe arbeidsmarkt zullen werkgevers sneller bereid zijn deze eisen in te willigen. Vervolgens zullen ze waar mogelijk hun afzetprijzen verhogen om de kostenstijging op te vangen. Zo kan er een haasje-over-effect ontstaan, waardoor de inflatie hardnekkig hoog blijft. Dit scenario wil de ECB kost wat kost voorkomen.
Met de Franse verkiezingsuitslag heeft de ECB er een zorg bij gekregen. De plannen van de winnende partij liegen er niet om qua extra overheidsuitgaven. Het is de vraag of die plannen ooit gerealiseerd zullen worden. Maar als de beloofde uitgavenstijging er komt, dan zou dat tot een hogere inflatie kunnen leiden, niet alleen in Frankrijk maar ook in de rest van de eurozone.
Daarnaast zal de ECB de Amerikaanse verkiezingen nauwlettend volgen. De kans bestaat dat Trump opnieuw president wordt. Ook Trumps plannen zijn verstrekkend. Zo wil hij heffingen op invoer om Amerikaanse bedrijven te beschermen tegen buitenlandse concurrenten. Daarnaast wil hij migranten terugsturen, waardoor het arbeidsaanbod afneemt. Deze maatregelen zullen de inflatie in de VS waarschijnlijk oppoken.
Bij een hogere inflatie heeft de Amerikaanse centrale bank minder ruimte om haar rentetarieven te verlagen. Daarmee is er ook voor de ECB minder speling om de rente naar beneden bij te stellen. Het verschil tussen de Amerikaanse en Europese rentetarieven werkt namelijk door in de euro/dollarwisselkoers, die op zijn beurt weer van invloed is op de Europese invoerprijzen en inflatie.
Door alle verkiezingsperikelen en enkele gunstiger dan verwachte cijfers over de Europese en Amerikaanse economie zijn de inflatieverwachtingen op financiële markten de afgelopen weken iets naar boven bijgesteld. Dit vertaalde zich in een lichte stijging van de rente op leningen met een langere looptijd. De 10-jaars rente op Nederlandse staatsleningen staat inmiddels op 2,8 procent.
Wij denken dat de recente inflatiezorgen ongegrond zijn en gaan ervan uit dat de 10-jaars rente op Nederlandse staatsleningen zal dalen, zodra dit ook uit de inflatiecijfers blijkt en er meer zekerheid is over de koers van de ECB. Volgens onze ramingen zal de 10-jaars rente dalen naar 2,25 procent eind dit jaar en eind 2025 op 2 procent uitkomen. In lijn daarmee zullen ook de tarieven voor hypotheken met een lange rentevast looptijd omlaag gaan.
Meer renteverwachtingen
Lees ook de verwachtingen voor de rentestanden van onze andere experts: Sjoerd Humble en Sander Burgers.
Actuele rentestanden per e-mail ontvangen?
Afspraak maken
Wil jij weten hoeveel hypotheek je kunt krijgen met de huidige hypotheekrente? Onze hypotheekadviseurs kunnen het voor je berekenen tijdens een vrijblijvende afspraak op één van onze vestigingen.
